De deuren in de sluis

In 1959 nieuwe deuren

Bij het ombouwen van de spuisluis tot schutsluis in 1889 werd de Monstersche sluis uitgerust met vier paar puntdeuren. Vanuit de haven gezien waren dat buitenvloeddeuren, stormdeuren, binnenvloeddeuren en ebdeuren. De buiten- en de binnenvloeddeuren worden tijdens het schutten van schepen gebruikt. Ze worden met panamawielen (halve tandwielen) opengedraaid. Er zitten schuiven in om het waterniveau in de kolk te regelen. Deze schuiven (ranketten) worden met domme krachten (krikken) bediend. In de stormdeuren zitten geen schuiven. Ze zijn uitsluitend voor de veiligheid. De stormdeuren sluiten het hele gewelf van de sluis af. Dan komt er geen water meer door tenzij het over de dijk loopt. De stormdeuren hebben (in samenwerking met de andere deuren waar het water al overheen liep) tijdens de watersnoodramp van 1953 nog 3,75 meter water tegengehouden.

In 1959 werden de gammele deuren, na 70 jaar trouwe dienst, vervangen door nieuwe deuren van azobé-hout. Prachtige deuren van de hoogste kwaliteit.
Slechts dertien jaar hebben deze nieuwe deuren dienst gedaan. In 1972 werd de Monstersche sluis met een kleikist afgedamd. Technisch was de sluis nog in orde, maar het gebruik ervan was dramatisch afgenomen en het Hoogheemraadschap van Delfland wilde van een grote kostenpost af. Geen sluiswachter meer en geen kostbare vijfjaarlijkse keuring.

Na 1972 “cosmetisch onderhoud”

De kleikist werd in 1972 aan de vlietzijde, pal achter het gewelf van de sluis, aangebracht. Twee schotten van dikke balken worden in gleuven in het metselwerk geschoven. De ruimte tussen de schotten wordt vervolgens opgevuld met klei. De bovenzijde wordt afgedekt met planken om onkruidgroei te voorkomen.
Elk schot van dikke balken is sterk genoeg om de waterdruk van enkele meters te weerstaan. Twee schotten en een dikke laag klei ertussen vormen een ondoordringbare afdichting.
Vanaf 1972 zitten we veilig achter de kleikist. De deuren hebben een decoratieve functie gekregen, maar uiteraard vullen ze de waterkerende functie van het geheel nog wel aan. Na 1972 werd er door het Hoogheemraadschap van Delfland nog uitsluiten “cosmetisch onderhoud” gepleegd. De sluis moest er niet vervallen gaan uitzien. Dat betekent dat er op de deuren en de kleikist regelmatig een laag teer werd gesmeerd en het roestende staal een nieuw laagje verf kreeg.

In 2009 “cosmetisch herstel”

Bij het onderzoek in 1996 naar de bouwkundige staat van de sluis werd vastgesteld dat de deuren nog in goede staat verkeerden, maar dat de waterkwaliteit aan beide zijden van de sluis even slecht was. Van het water in de haven werd dat verwacht. Dat ook het boezemwaterr van Delfland niet best was, dat kon dus niet. De dikke laag teer moest eraf.
In 2008/2009 moesten de deuren regulier worden vernieuwd. Omdat ze eigenlijk geen functie meer hadden en de conditie nog goed was werd besloten tot “cosmetisch herstel”. De sluisdeuren, die 50 jaar oud werden verwijderd en bij Wijna in Kampen “cosmetisch” gerenoveerd. Dit duurde een half jaar.
Toen de deuren in 2009 in de takels hingen om te worden teruggeplaatst merkte een oplettende toeschouwer op dat de deuren geen schuiven meer hadden. Die waren ze vergeten en alles werd weer opgeladen!
Eindelijk kwamen de deuren (met schuiven) weer terug. Na het terugplaatsen werd ook de kleikist vervangen. Dat gebeurde om ook de dikke laag teer van de balken af te halen. Alles zag er weer als nieuw uit. Het is een gemiste kans dat in mei 2009 niet gelijk een conditietest is uitgevoerd om de kwaliteit van de vernieuwde deuren te testen.